|
|
|
|
|
|
passen zonder er echter door te vallen. Naar keus kan men ook de buitenkant van de kijker verven. De juiste kleur is minder kritisch, maar: - een heldere kleur zal storend werken op een sterk verlichte plaats - een donkere kleur zal het daarentegen onder een stikdonkere hemel moeilijk maken om de kijker terug te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De truss-tube. Ingewikkelder, maar noodzakelijk voor grotere dobsons:
Bij grotere dobsons (25 of 30 cm en meer) wordt een massieve buis té zwaar en té onhandig. Daarom opteert men in dat geval voor een modulaire kijker: een onderkant (met de hoofdspiegel en de hoogteassen) en een bovenkant (vangspiegel, scherpstelling en meestal ook de zoeker) die aan elkaar vast zitten met (meestal 8) metalen latten. Dit heet een "truss-tube". De buizenconstructie wordt dan lichtdicht gemaakt met een zwarte doek.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ook hier weer is het de kunst om het bovenste gedeelte zo licht mogelijk te krijgen, want dat brengt het zwaartepunt lager. En dat resulteert dan weer in een kleinere onderste bak (de hoogtelagers - die daaraan vastzitten - komen immers ter hoogte van het zwaartepunt). Daarom bestaat die "lichtekooi" vaak uit twee ronde uitgeholde houten schijven (de onderkant en de bovenkant van de kooi) verbonden door een aantal aluminium latjes, waarna de binnenkant van de constructie wordt afgewerkt met een dunne kunststof plaat (die net genoeg plooibaar is om
|
|
|
|
|
|
|
|