nogal kracht uitgeoefend.
-het hoog genoeg is. Probeer voor uzelf de geschikte hoogte te vinden. Denk eraan dat u uren lang met uw twee handen een glasschijf zal moeten heen en weer duwen. Als de stand te laag is dan veroorzaakt dit rugpijn wegens het bukken, als hij te hoog is dan worden de armen te snel moe.
-smal genoeg zodat men er vlot kan rond wandelen. Het grote geheim van het spiegelslijpen is immers dat men continu "rond de pot draait". Tijdens het slijpen voert men een bepaalde beweging uit, maar ondertussen beweegt men rond de slijpstand zodat die beweging in alle richtingen van de schijf wordt herhaald. Ondertussen wordt ook nog eens de bovenste schijf (die men met twee handen vastheeft) gedraaid.

-
Een emmer water en sponsje: om na afloop van elke poedersoort de spiegel en werktafel grondig te reinigen. Wanneer grovere kristallen terechtkomen tussen het fijnere poeder (bvb. C80 tussen C220) dan veroorzaakt dit onherroepe-lijk krassen, die nauwelijks weg te werken zijn met dat laatste poeder. In dat geval zal men ofwel moeten leren leven met een gekraste spiegel, of terug beginnen slijpen met het poeder dat vlak na de "schuldige" korreldikte komt.

-
Een meettoestel: om de diepte van de kromming te meten tijdens het slijpen.
Bij het slijpen met grofste poeder (het "in vorm slijpen") moet men natuurlijk op tijd weten te stoppen (afhankelijk van de gewenste brandpunts-afstand). Die kromming be-draagt nooit meer dan enkele millimeter, zelfs bij korte brandpuntsafstanden.
Het eenvoudigst is het gebruik van een vlakke metalen lat en een schuifpasser (plastic modellen kosten enkele honderden frank in de Brico).

De foucaulttest is een ingenieus toestel om de vorm van de spiegel te controleren en te meten. Het toestel op de foto bewees jarenlang zijn diensten op MIRA. Aan de rechterkant bevindt zich de lichtbron, terwijl het scheermesje aan de linkerkant heel zorgvuldig kan bewogen worden (vooruit/achteruit, links/rechts).
Op dit ogenblik is er een nieuw toestel in de maak (gebouwd door Willy Muys), met een nog fijnere beweging en aflezing.

Het toestel dat op MIRA gebruikt werd is een metalen balkje met in het midden een nauwkeurige schroef die doorheen de balk steekt. De schroef heeft een schroefdraad van 1 mm: bij elke rotatie van de schroef steekt hij er één mm verder uit, tot hij tegen de bodem van de spiegel steekt.
Zelf gebruik ik hiervoor een zogenaamde sferometer: een cirkelvormige metalen schijf die rust op 3 pootjes. In het midden steekt een meetklokje die de diepte meet tot op 1/100 mm.
Het kan eventueel ook wel zonder toestel, door gebruik te maken van de zon. Maak de glasschijf nat (voeg wat glycerine toe zodat het langer nat blijft) en richt hem naar de zon. Laat de reflectie van de zon op een muur vallen en verander de afstand tot het zonnebeeldje zo klein mogelijk wordt: dit is het brandpunt. Slijp verder tot

de goede afstand bereikt is.

-
Een foucault-test: om de exac-te vorm van de spiegel te controleren tijdens het polijsten.
De afgewerkte spiegel mag minder dan 1/8 golflengte van de theoretische vorm (meestal een paraboloïde) afwijken: dit is minder dan 0,00006 mm!
De simpelste test is de foucault-test: in essentie een lampje en een scheermesje. Het scheer-mesje (opgesteld naast het lampje) moet kunnen heen en weer bewegen om de weer-kaatste lichtbundel te doorsnij-den, en kunnen vooruit en achteruit bewogen worden om de lichtbundel op de goede plaats te doorsnijden.






Bouw zelf een telescoop

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

MIRA-pagina