(wikkel het in een vochtige handdoek) en er nadien een laagje lak op te verven. Anders loopt men het risico dat zandkorreltjes (kwarts is even hard als glas!) vrijkomen die de spiegel zouden krassen.
Probeer ook de tegeltjes niet exact symmetrisch op de tool te kleven. Dit om te vermijden dat eventuele slijpfouten systema-tisch gereproduceerd worden.

-
Slijppoeder: meestal Carbo-rundum (silicium carbide).
Carborundum is een heel hard kristallijn poeder (bijna zo hard als diamant), dat bij het slijpen letterlijk stukjes glas zal doen afbreken van de beide schijven.
Het poeder wordt verkocht in veel verschillende korrelgroot-tes, variërend van C24 tot C800. Het getal komt ongeveer over-een met het aantal kristalletjes dat moet naast elkaar gelegd worden om een lengte van één inch te bereiken (C80-korrels zijn dus ongeveer 1/80 inch groot, of 3/10 mm).

Meestal zal men starten met korrelgrootte C80, waarmee de uitholling wordt uitgeslepen (het grove werk). Eenmaal de gewenste diepte bereikt, zal men overstappen op steeds fijner poeder, waarmee de putjes van het vorige poeder worden gladgeslepen.
Een goede sequentie is bvb. C80-C120-C220-C320-C400-C600-(C1200), hoewel het geen kwaad kan van enkele tussenstappen in te lassen. Bij kleinere spiegels kan men starten met iets fijner poeder dan C80.
De fijne poeders dienen dus enkel om de putjes veroorzaakt door de vorige korreldikte weg te slijpen. Het grofste poeder daarentegen dient om de kromming van de spiegel uit te slijpen. Daarom is veel meer van het grove poeder nodig.

-
Polijstpoeder: meestal Ceri-um-Oxide, maar vroeger ook Parijs' rood (Fe2O3)
Na het slijpen met het fijnste

poeder krijgen we wel een glad oppervlak, maar dat is nog niet spiegelend. Daarom moet het worden gepolijst.

-
Polijstpek: afkomstig van bepaalde naaldbomen.
Het is een dikvloeibare stof. Het wordt gesmolten en op de lichtjes verwarmde tool gego-ten. Doe dit in de garage of in openlucht, omdat er nogal wat kwalijke dampen vrijkomen en de eventuele gemorste pek lelijke vlekken veroorzaakt (wegwerken met terpentijn).
Het polijstpoeder wordt op de pek gestrooid, en de kristallen hechten zich aan de taaie vloeistof zodat ze niet bewegen tijdens het polijsten (in tegen-stelling tot het carborundum tijdens het slijpen). Daardoor worden er geen glasschilfertjes losgeslagen zoals tijdens het slijpen, maar worden de bovenste moleculen van het glas gesmolten door de druk en de bewegingswarmte zodat ze gaan vloeien. Daardoor wordt de spiegelschijf glanzend.

-
Een pan en een fornuis: een oud pannetje om de pek in te smelten, samen met een gasbrandertje of elektrische kookplaat. Nogmaals: doe dit  niet in de keuken... Pek is brand baar en bevat sterk ruikende vluchtige stoffen.

-
Een mes of soldeerbout: om-dat de bovenkant van de laag pek exact dezelfde vorm moet aannemen van de spiegelschijf, wordt deze laatste er op geperst. Daarom worden er in de pek evenwijdige sleuven gesmolten of gesneden, zodat de pek-bodem beter kan vervormen.

-
Een slijpstand: bvb. een oud olievat of ton (gevuld met water of zand voor de stabiliteit), een werktafel van Black&Decker,...
Het moet zodanig geconstrueerd worden dat:
-het stevig en stabiel genoeg is zodat het niet beweegt, want zeker bij het polijsten wordt er

Een sferometer is de meest nauwkeurige methode om de diepte van de kromming te meten. Een metalen schijf rust op drie pootjes (kogeltjes zouden nog beter zijn), terwijl in het centrum de stang van een meetkokje uitsteekt.
De sferometer op de foto is natuurlijk kleiner dan de 300 mm-glasschijf, zodat de gemeten diepte nog moet worden omgerekend naar de volledige diameter. Als de spiegel zorgvuldig geslepen werd dan mag men er immers van uitgaan dat de kromming overal dezelfde is.

4

MIRA-pagina

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

Bouw zelf een telescoop