Soorten: het best geschikt zijn glassoorten met een lage uit-zettingsgraad, zoals pyrex. Ty-pische merknamen zijn Sili-norm of Duran50, en Zerodur als duurdere variëteit. Een lage uitzetting is van belang omdat gedurende de nacht de lucht-temperatuur nogal kan wijzigen, waardoor ook de glasschijf in de kijker lichtjes zal vervormen. Het belangrijkste resultaat is dat de brandpuntsafstand miniem zal veranderen. Op die manier zal men de ganse nacht moeten opnieuw scherpstellen, wat natuurlijk onmogelijk is in het geval men aan fotografie doet doorheen de kijker.
Indien men dit niet erg vindt, dan kan (zeker bij kleinere spiegels: tot 15 cm) ook gewoon glas dienst doen. Vooral het courant verkrijgbare "float-glas" is een goede keus.

Dikte glasschijf: vroeger werd als stelregel gebruikt "de dikte van de spiegelschijf bedraagt minstens 1/5 van zijn diameter". Dit om te voorkomen dat de schijf onder zijn eigen gewicht zou doorzakken en zo afwijken van de optimale vorm. Een 200 mm-spiegel vereiste dus een glasschijf van minstens 4 cm dikte, wat al een behoorlijk gewicht vertegenwoordigt.
Tegenwoordig wijkt men nogal af van deze regel, en worden er al glasschijven gebruikt van 1/8 tot zelfs 1/10 van de diameter. Dit bespaart sterk op gewicht én op de kosten. Daartegenover staat dan weer dat de spiegel veel nauwkeuriger moet onder-steund worden. Kleine spiegels rusten op 3 beweeglijke punten (waarmee de collimatie van de spiegel kan gebeuren: het exact loodrecht zetten van de  spiegel in de optische as). Bij grotere spiegels zal men al snel een ondersteuning met 9 of zelfs met 27 punten nodig hebben. De spiegel ondersteunen met een massieve houten of metalen plaat is natuurlijk makkelijker, maar zeker bij grotere spiegels zal de plaat onder het gewicht

Boven: Eén mogelijke uitvoering van een slijptafel: een plank gemonteerd op drie dubbele poten. Het geheel wordt in dit geval verzwaard met een zak grind. De plank waarop geslepen wordt is bedekt met een laagje kunststof, zodat het makkelijker kan worden afgewassen. De glasschijf wordt er op vastgeklemd met drie wiggen.
Een andere mogelijke uitvoering van een slijptafel: een oude ton gevuld met zand, water of cement, rustend op drie zware poten.

meeplooien.
Wie goedkoop float-glas gebruikt, zal merken dat de meeste glaswinkels hoogstens 19 mm dikke platen hebben. Nochtans schijnt er ook float-glas te bestaan met een dikte van 25 mm.

-
Een werkstuk (de "tool"):
meestal een tweede glazen schijf die nadien helaas afval wordt.
Spiegelslijpen gebeurt door twee ronde schijven over elkaar heen te bewegen. Het slijp-poeder dat ertussen zit zorgt ervoor dat materiaal wordt weggeslepen, de exacte vorm komt er door de zwaartekracht of een specifieke slijpbeweging. Op die manier wordt één van beide schijven hol (de toekomstige spiegel), terwijl de andere bol wordt. Het is daarom aan te raden om voor beide schijven (spiegel en tool) materiaal te gebruiken dat ongeveer even hard is.

Daarom wordt voor glazen

spiegels meestal een even grote glazen tool gebruikt, eventueel wel uit goedkoper glas (de tool vormt nadien toch niet meer dan een aandenken aan de vele inspannende uren slijpwerk). Dit vormt de gemakkelijkste manier van werken.
Bij grotere spiegels (vanaf 300 mm) zal men eventueel wel opteren voor een kleinere glazen tool (een zogenaamde "sub-diameter tool" in de voor-namelijk Engelstalige vaklitera-tuur). Hierdoor wordt weer eens geld uitgespaard, terwijl ook de fysieke arbeid lichter wordt.

Een recentere methode, die ikzelf op dit ogenblik succesvol aanwend, is het gebruik van een tool gemaakt uit plaaster of cement. Hierop worden dan met epoxy-lijm kleine keramiek-tegeltjes bevestigd (enkele centimeter groot), die immers ongeveer dezelfde hardheid hebben als glas.
Het is belangrijk om het cement heel langzaam te laten uitdrogen

Bouw zelf een telescoop

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

MIRA-pagina