Links: een halve verrekijker vormt een ideale zoeker. Goedkoop én uitgerust met een rechtopstaand beeld.
Onder: een klassieke zoeker bestaat uit een relatief kort kijkertje met een lage vergroting. Het zit vast in de bevestigingsringen door middel van telkens 3 schroeven, waarmee het kijkertje makkelijk parallel geplaatst kan worden met de hoofdkijker.

nauwelijks meer sterren dan met het blote oog zichtbaar zijn.
Naar mijn mening is 30 mm de minimumdiameter voor een bruikbare zoeker. Geschikte modellen zijn bvb. 6x30 of 8x30.
Voor iets grotere kijkers (200 mm en meer) lijkt het me vanzelfsprekend om ook een grotere zoeker te gebruiken: 7x50 of 8x50. Wie nog groter gaat (300 mm diameter en meer) kan dan beter uitzien naar een 60 mm-zoeker. Voor de allergrootste kijkers tenslotte (450 mm en meer) kunnen eventueel twee zoekers gebruikt worden: een gewone (50 of 60 mm, groot beeldveld) en een zogenaamde "superzoeker" (70 of 80 mm lensdiameter) die de kloof dicht tussen het grote beeldveld van de zoeker en het kleine beeldveld van de eigenlijke kijker.

  1. - Een zogenaamde "nul-vergroting-zoeker". Deze toestelletjes bevatten essentieel geen optiek: de waarnemer ziet de hemel met zijn eigen ogen, maar het toestelletje voegt hier een bepaald merkteken aan toe (een cirkeltje, een puntje, een vizier,...). Het komt er dan op neer om door het bewegen van de kijker het merktekentje te richten naar het gezochte stukje hemel.
Het nadeel hiervan is wel dat door het ontbreken van enige vergroting de richtnauwkeurigheid lager ligt, maar dat wordt gecompenseerd door het grote gebruiksgemak (rechtopstaand

beeld, geen beeldonscherpte, makkelijker positie voor het oog,...)

Beide laatste systemen vereisen wel dat de zoeker perfect evenwijdig staat met de hoofdkijker.
Hij moet dus gemonteerd worden middels een systeem dat toelaat de oriëntatie van de zoeker in alle richtingen bij te regelen. Anderzijds moet dit wel stevig genoeg gebeuren, zodat die afregeling niet te vaak moet gebeuren.

Bij echt transportabele kijkers geeft men er trouwens de voorkeur aan de zoeker vlot te kunnen verwijderen, om te vermijden dat hij zou afbreken (het is immers één der weinige uitstekende delen aan een telescoop). Dit wordt meestal gerealiseerd met een zogenaamde zwaluwstaart-snelkoppeling.

Onder: De recentste evolutie: digitale deelcirkels.

Deze "Starbeam" van Televue is één der vele modellen van de zogenaamde zero-power-finders. De waarnemer kijkt naar de hemel zonder de minste vergroting, waar hij een bepaald patroontje (cirkeltje, puntje, vizier,...) ziet staan dat door het toestelletje wordt geconstrueerd.

Bouw zelf een telescoop

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

MIRA-pagina