Uitlijnen van de optiek:

COLLIMATIE MOET!


De essentie van een goed uitgelijnde ("gecollimeerde") newtontelescoop bestaat uit:

  • de (vlakke, elliptisch gevormde) vangspiegel staat exact onder een hoek van 45° t.o.v. de hoofdspiegel. Bekeken onder een hoek van 45° ziet die ellips er dan cirkelvormig uit.
  • de scherpstelling (waar de oculairen inkomen) staat ook weer exact onder een hoek van 45° met diezelfde vangspiegel
  • het resultaat is natuurlijk dat de scherpstelling onder een hoek van 90° staat met de hoofdspiegel.

Wie bovenstaande goed leest; merkt dat de optiek en de scherpstelling goed moeten uitgelijnd worden t.o.v. elkaar, en eigenlijk niet t.o.v. de kijkerbuis. M.a.w.: de kijkrichting van een telescoop hoeft niet noodzakelijk perfect overeen te komen met de richting van de "buis".

Toch zal men vaak de optische as zo goed mogelijk doen overeenkomen met de "mechanische" as, omdat dit een aantal zaken vereenvoudigt (collimatie, richten van de kijker,...) en eventuele vignetering vermijdt (als de diameter van de buis nogal nipt is, kan een schuine stand van de optische as ervoor zorgen dat een deel van de lichtbundel "afgeknepen" wordt).


Voor meer informatie over het collimeren van een telescoop kan je best de MIRA-publicatie "
Telescopen en hun gebruik" raadplegen.
En als zelfs dat niet genoeg is kan je proberen de uitstekende handleiding van Yves Verbrugge hierover te pakken te krijgen ("
Collimatie", VVS-Werkgroep Deep-Sky).

De dobson van MIRA in onzedige toestand (« de rokken omhoog »).
Duidelijk zijn de onderdelen van een grote dobson te zien: links de lichtekooi met daarop de zoeker en de scherpstelling, en rechts de hoofdspiegelbak (met de grote half-cirkelvormige hoogtelagers) die schuinstaat in de schommeldoos.

er dus enkel een mooie kubus met zijden van 40 cm, en vier dubbele staven.

Hoofdspiegelvatting

De hoofdspiegel is natuurlijk het belangrijkste onderdeel van onze dobson-telescoop.
De hoofdspiegelvatting (ook "spiegelcel"genaamd) vervult eigenlijk drie functies:

  1. het vasthouden van de spiegel in de kijker
  2. het dusdanig ondersteunen van de spiegel dat hij niet te veel vervormt
  3. het bijregelen van de hoek die de hoofdspiegel maakt met de andere optische elementen (zie kaderstukje over uitlijnen van de optiek)

Het
vasthouden van de optiek in de kijkerbuis is het meest voor de hand liggende. De spiegel moet zodanig bevestigd worden dat hij noch naar boven of onder, noch naar links of rechts mag bewegen.
Nochtans moet dit gebeuren op

een "niet forcerende" manier. Er zijn heel wat commerciële telescopen waarvan de spiegels té hard geklemd zitten, waardoor de optiek vervormd wordt (vergeet niet dat vervormingen van 1/10.000 mm voldoende zijn om de beeldkwaliteit aan te tasten!).

Het
ondersteunen van de spiegel is ook weer van belang om de vorm van de spiegel niet te laten veranderen.
De huidige generatie grote maar extreem dunne spiegels is hiervoor natuurlijk het meest gevoelig, maar ook de dikkere versies verzakken nog te veel onder hun eigen gewicht.
Ook ondersteuning door een massieve metalen plaat biedt dan geen soelaas, omdat deze meebuigt onder het gewicht van de grote glasschijf.
Bij kleine spiegeltjes (tot 150 of zelfs 200 mm) kan men de glasschijf nog laten rusten op een eenvoudige houten plank. De vervormingen blijven verwaarloosbaar.
Bij de eenvoudigste versies

42

MIRA-pagina

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

Bouw zelf een telescoop