|
|
|
|
|
|
liefst een nauwe ¾-W-slag, MOT (spiegel bovenaan dus), waarbij de lengte van de slag korter wordt naarmate we de glasschijf zijwaarts bewegen. Paraboliseer gedurende korte tijd (één of enkele minuten), om dan direct terug koud te persen. Op die manier ben je steeds verzekerd van een juiste pasvorm (waardoor de wrijving en dus het rendement hoger wordt). Zorg ook voor een rustige, niet te snelle of schokkerige slijpbeweging.
Bij een kleine spiegel met lange brandpuntsafstand (pakweg 150 mm f/8) volstaat enkele minuten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
paraboliseren om de juiste vorm te hebben. Zorg dat je dus niet te lang werkt, want dat zou dan resulteren in een hyperbole vorm i.p.v. een parabole en die is behoorlijk moeilijk weg te werken!
Bij grotere en vooral diepere spiegels zal het natuurlijk heel wat langer duren. Hoe snel het paraboliseren vordert hangt echter van veel factoren af: de hardheid van de pek, het aantal vierkantjes pek, de heersende temperatuur, de uitgeoefende druk, de concentratie van het polijstpoeder,... Daarom kan je best niet te lang doorwerken, en
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
vooral op tijd de vorm controleren met de Foucaulttest.
Eerste testbeurt: Zoals in vorig artikel uitgelegd zal men met de Foucaulttest (zonder maskers) direct een goed idee krijgen van de algemene vorm van de spiegel (ter herinnering: een paraboloïde spiegel moet eruitzien als de fameuze "hondekoekjes"). Dit is het best zichtbaar wanneer het mes op de 70%-plaats gehouden wordt (de plaats waar bij een perfecte spiegel het mes zou moeten staan bij het meten van de 70%-straal-zone).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|