Oeps. De randzone heeft hier wel al de goede kromming, maar het centrum is nog nagenoeg sferisch. Er zal dus moeten gekozen worden voor een slag die extra werk verricht op het centrale deel van de glasschijf, dus één waarbij het centrum langer op de rand van de pekbodem blijft.

Net andersom: hier is de centrumzone goed gevormd, maar blijft de randzone sterk achter. Pas dus een slag toe die weinig invloed meer heeft op het centrum, maar de rand des te meer wegpolijst.

Bedenk wel dat dit des te beter zichtbaar is naarmate men een sterker gekromde spiegel heeft: bij spiegels met lange brandpuntsafstand zal deze figuur nauwelijks zichtbaar zijn.

Daarna kan je met behulp van de maskers deze vorm ook gaan kwantificeren.
Dan komt het er natuurlijk op aan deze cijfergegevens (het aantal millimeter dat het mes

naar achteren verschoven dient te worden om de brandpunten van de verschillende zones te bereiken) te gaan interpreteren, om te zien of we de correcte parabool reeds bereikt hebben.
Daarvoor kan je op voorhand de exacte waarden berekenen, en de toegestane afwijking hierop (zie formules in vorige aflevering). Dit kan in tabelvorm weergegeven worden, maar de grafische weergave is naar mijn

gevoel véél instructiever.
Wie over een computer beschikt kan natuurlijk alle gegevens direct elektronisch laten verwerken. Hiervoor is op het Internet voldoende te vinden (surf bvb. eens naar hier of naar deze site). Programma's als "tex" of "foucault" zijn een beetje spartaans uitgevoerd (ze draaien meestal nog onder DOS), maar daardoor kunnen ze ook nog gebruikt worden op een oude PC die eventueel in het atelier komt te staan.
Een tussenoplossing bestaat uit het gebruik van een spreadsheet (zoals "Mil_lac.wks"): voer de gegevens van je spiegel in (diameter en beoogde brandpuntsafstand) en je krijgt een mooi grafiekje met de nauwkeurigheidsenveloppe erop. Dan hoef je zelf maar je meetgegevens erop in te tekenen.

Correcties:
Er zijn eigenlijk drie factoren die de kwaliteit van de spiegel bepalen:
-
grootschalig: de algemene vorm van de spiegel. Deze is af te leiden uit het overzichtsbeeld uit de Foucault-test, maar vooral ook de cijfergegevens van diezelfde test.
Hiermee ziet en berekent men of de spiegel in zijn geheel de juis

- Met de linkerslag (steeds spiegel boven, MOT) zal een gelijkmatige verwering optreden, waardoor het verschil in kromming tussen rand en centrum kleiner wordt. Ideaal wanneer het centrum reeds goed op weg is, maar de randzone achterblijft.
- Met de rechterslag zijn er meer slagen wanneer het centrum van de spiegel de rand van de tool bereikt. Het is dus vooral het centrum dat extra verweerd wordt.

Bouw zelf een telescoop

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

MIRA-pagina