|
|
|
|
|
HET FIJN SLIJPEN: WAAROM ?
In de vorige aflevering bespra-ken we enkel het ruw slijpen, dat tot doel heeft de glasschijf uit te hollen tot de gewenste diepte. Wanneer dit zorgvuldig gebeurt dan verkrijgt men automatisch de gewenste sfe-rische vorm. Dit kan gecontro-leerd worden door te kijken naar het gedrag van luchtbelletjes tussen de twee glasschijven, of door de potloodproef toe te passen (zie vorige aflevering).
Het fijn slijpen heeft daaren-tegen tot doel het oppervlak steeds gladder te maken. Met grof slijppoeder verkrijgt men immers een ruw oppervlak.
Fijn slijppoeder slijpt weliswaar minder snel dan grof, maar toch zou ook hiermee de kromming van de glasschijven nog
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
veranderen - wat uiteraard niet de bedoeling is. Daarom zal nu afwisselend geslepen worden met de spiegel bovenaan (Mirror On Top - "MOT") en dan weer met de spiegel onderaan (Tool On Top - "TOT"). Op die manier blijft de kromming constant.
KRASSEN VERMIJDEN
Nadat we eindigen met één bepaald slijppoeder, is het van het grootste belang om alles wat ermee in contact geweest is zorgvuldig te reinigen. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de twee glasschijven en de werkbank, maar ook voor het materiaal dat gebruikt wordt bij het verwijderen van het gebruikte poeder (sponsje, vaat-doek,...). Sommige spiegelslijpers zijn zelfs zo fanatiek om tussen elk slijppoeder van kleren te
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
wisselen, of het oppervlak van de slijptafel te vervangen. Eén korreltje van een grof poeder (maar ook aangewaaide zandkorrels of stukjes metaal) kunnen voor krassen zorgen, die niet te verwijderen zijn met de (veel) fijnere poedersoorten. In dat geval moet men terug
|
|
|
|
|
|