er splinters afspringen aan de rand van de spiegel. Dit is natuurlijk esthetisch onaantrekkelijk, maar heeft bovendien een nadelige invloed op de beeldkwaliteit van de telescoop. Daarenboven kunnen die glassplinters tijdens het slijpen ook nog eens grote krassen maken in de spiegel.

Daarom moet men eerst de randen van (beide) glasschijven een beetje afschuinen (enkele millimeter volstaan): men noemt dit een
facet. Dit kan gebeuren met behulp van een goede, redelijk grove slijpsteen, onder een hoek van 45° gehouden. Belangrijk is dat de slijpsteen tijdens het slijpen doorlopend nat gehouden wordt.
Dit is een werkje dat toch wel een half uurtje kan duren voor een 200 mm-schijf.

Een alternatieve methode maakt gebruik van een grote metalen of stenen kom, met een niet te diepe holle vorm. Doe hier een papje van water en grof slijppoeder in, en beweeg dan de glasschijf heen- en weer in de kom (met de te slijpen kant naar omlaag). Op die manier komt er automatisch een schuine rand aan de glasschijf.

3. DE GEBRUIKTE SLIJP-SLAG

Bij het slijpen kan men, naar gelang de eigen voorkeur maar ook naargelang van het gewenste resultaat, verschil-lende slagen toepassen. Er zijn hierbij twee factoren die kunnen variëren:

- de
vorm van de slag
- de
lengte van de slag (en bij sommige vormen ook de breedte)

a) Vorm van de slijpslag:

- De meest eenvoudige slag is de zogenaamde
diametrale slag. Hierbij wordt de bovenste glas-schijf heen en terug

Tijdens het slijpen:

Denk eraan: welke slijpslag we ook gebruiken, steeds moeten we proberen beide schijven zoveel mogelijk te verdraaien, zodat het effect van het slijpen
in alle richtingen hetzelfde is, en dat voor beide schijven.
Daarom:
- de
bovenste schijf verdraaien we minstens één keer per slijpslag. In het begin zal dit wat hortend en geforceerd lopen, maar na een tijdje gaat dat over in een vloeiende, automatische beweging. Hoeveel we verdraaien hangt wat af van eigen voorkeur, maar het kan geen kwaad om de schijf ¼ tot 1/8 toer te verdraaien.
- de
onderste schijf ligt meestal vast. Het toeren wordt opgelost door zelf rond de slijpstand te bewegen. Ook de snelheid hiervan varieert (afhankelijk van de omtrek van de ton, van de beenlengte,...)
Theoretisch zou men op een vloeiende manier rond de ton moeten wandelen, terwijl men slijpt. In de praktijk maakt men enkele slijp-slagen, waarna men een stap verzet.

Nog enkele tips:
-probeer beide draairichtingen omgekeerd te houden, ttz. als u zelf naar links wandelt, verdraai dan de bovenste glasschijf naar rechts en omgekeerd.
-probeer niet te systematisch te werken. Want op die manier gaan eventuele foute bewegingen hun invloed ook systematisch op dezelfde plaats uitoefenen, en daardoor zichtbaar worden als fouten op de spiegel. Kleine foutjes die steeds op een andere plaats voorkomen zullen door de oneindig vele slijpbewegingen worden uitgesmeerd en dus onmerkbaar worden.

Kadaverdiscipline is dus nergens goed voor. Daarom worden de beste commerciële telescoopspiegels weliswaar machinaal gemaakt, maar manueel gecorrigeerd en afgewerkt (ten koste van de prijs natuurlijk).

bewogen over de onderste, waarbij telkens het centrum van de ene over het centrum van de andere schuift. Na één slag staan we terug op de uitgangspositie.

Hierin schuilt echter ook zijn nadeel. Aangezien de centra van de schijven relatief gezien het meest met elkaar in contact staan, loopt men bij onzorgvuldig slijpen het risico dat het centrum van de bovenste schijf (bij MOT, dus de latere spiegelschijf) té hol zal worden. Hierdoor wordt de spiegel een hyperbool i.p.v. de sfeer die we aanvankelijk beogen.

- al even gemakkelijk is de zogenaamde
koordenslag. Het enige verschil met vorige slag is dat we nu de schijven niet "centrum over centrum"

bewegen, maar dat het centrum van de bovenste schijf verschoven wordt naar de rand.

De mate waarin we dit centrum verschuiven kan variëren, maar in geen enkel geval zal het centrum over de rand van de onderste schijf gaan. In dat geval zou het zwaartepunt van de bovenste schijf niet meer op de onderste liggen, maar ernaast. Daardoor zou de schijf gaan overhellen, waardoor de rand van de onderste schijf zou af-geschuind worden (de fameuze "Turned down edge" - TDE - uit de Engelstalige literatuur).

De koordenslag is een relatief snelle slag, omdat hij de nadruk legt op de randzones (die immers meestal het traagst

Bouw zelf een telescoop

Volgende pagina--startpagina--vorige pagina

MIRA-pagina